Oranjebuurt (incl. Noorderplantsoen)
Over deze wijk.
De Oranjebuurt is een woonwijk ten noordwesten van de Groninger binnenstad. In het zuiden en zuidwesten wordt de wijk begrensd door het Reitdiep, in het noordwesten door de spoorlijn naar Delfzijl en in het oosten door de aanliggende Noorderplantsoenbuurt en het Noorderplantsoen. De straatnamen in de Oranjewijk verwijzen naar het koningshuis en de Oranjes. Na de aanleg van de Oranjestraat begon de bouw van de wijk in 1910. Vooral particulieren bouwden er woningen. In dezelfde tijd verrezen ook de eerste villa’s langs het Noorderplantsoen, dat een aantal jaren daarvoor was aangelegd op de voormalige vestingwallen.
Net als de Oosterparkwijk is de Oranjebuurt een goed voorbeeld van vooroorlogse stedenbouw. Kenmerkend zijn de gesloten bouwblokken en de aandacht voor groen. In de Oranjebuurt is dat groen gekoppeld aan het nabijgelegen plantsoen. De bebouwing is overwegend in de stijl van de Amsterdamse School (met gebruik van veel baksteen en het toepassen van versieringen in de gevels). Maar waar in de Oosterparkwijk de nadruk lag op sociale woningbouw, is de Oranjebuurt veel diverser van opzet. Winkelpanden worden afgewisseld met villa’s, woningen voor ‘beter gesitueerde arbeiders’ en ‘lager betaalde arbeiders’. Tussen 1918 en 1924 waren vooral woningbouwverenigingen actief in de wijk. Na 1925 verschoof dit weer naar particuliere initiatieven. Tussen 1930 en 1932 kwam het laatste deel van de Oranjewijk tot stand. Dat was het gebied aan de Stadhouderslaan en de noordzijde van de Louise Henriettestraat: het terrein dat tot dat moment bestemd was als stalplaats voor de wagens van kermisexploitanten.
Op verschillende plekken in de Oranjebuurt heeft in de loop van de tijd vernieuwing plaatsgevonden. Voormalige bedrijfs- en industriebebouwing maakte plaats voor woningbouw. De meest omvangrijke vernieuwingen vonden plaats langs het Reitdiep aan de Wilhelminakade, waar in de jaren ‘90 van de vorige eeuw onder meer een appartementen-en-winkelcomplex met een grote supermarkt en diverse woningen kwamen.
Noorderplantsoenbuurt
De Noorderplantsoenbuurt kwam tot ontwikkeling vanaf de slechting van de stadswallen en de sloop van de Boteringepoort in 1878. De buurt ontstond grotendeels op basis van particulier initiatief, waarmee de voormalige moestuintjes en kleine weilanden geleidelijk werden bebouwd met kleine aaneengesloten woningen zonder voortuin. Later volgden ook wat grotere bouwblokken met meerdere woningen verspreid over verschillende verdiepingen. Mede door de 'organische' groei van deze buurt zijn in de huidige structuur nog duidelijk de oude kavelgrenzen te herkennen. Een groot deel van de infrastructuur was er destijds al, om de moestuinen te ontsluiten. De meeste straten die er nog bijkwamen, werden speciaal aangelegd met de bedoeling er woningen aan te bouwen.