DichtLicht op het verleden / De familie Alfons
17 december 2021 t/m 18 maart 2022
DichtLicht op het verleden deelt persoonlijke verhalen van Groningers over de doorwerking van het slavernijverleden in hun (familie)leven.
In het Tschumipaviljoen worden dagelijks vanaf zonsondergang betekenisvolle woorden uit gedichten van stadsdichter Myron Hamming getoond in het lichtkunstwerk van Lambert Kamps. Vier Groningers vertellen Myron Hamming over de invloed van de koloniale geschiedenis op hun (familie)leven. Geïnspireerd door hun verhalen schrijft hij vier gedichten. Iedere twee weken wisselen de gedichten elkaar af.
Het derde familieverhaal in de reeks is dat van de familie Alfons. Te zien van 2 februari t/m 16 februari.
Het verhaal van de familie Alfons
Stefan Alfons (1962): “Mijn vader sprak nooit veel en we zagen hem weinig. Hij was altijd aan het werk om geld voor ons te verdienen, eerst bij Chinees-Indische restaurants en later in de fabriek. Mijn moeder verzorgde de opvoeding van ons vijven. Hij overleed in 1983. Ik mis hem nog steeds. Ik zie hem nog voor me, hij zat dan aan tafel, iets te schrijven voor de kerk met een kopje thee of hij las een brief van zijn broer. Hij had nog een broer op Ambon en als er dan weer zo’n blauwe luchtpostbrief kwam, zag ik zijn blik die ik toen niet begreep. Nu weet ik dat het een blik was van gemengde gevoelens. Blijheid, verdriet, nieuwsgierigheid en bezorgdheid. Op 21 maart 2021 waren de Molukkers zeventig jaar in Nederland. Toen kwam ook al die emotie weer naar boven: we zouden toch maar een paar maanden blijven?
“Mijn ouders kwamen in 1951 vanuit de Molukken naar Nederland, mijn moeder samen met haar ouders op Kota Inten, de eerste boot, mijn vader op Roma. Mijn opa en mijn vader waren in dienst bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en vochten aan de Nederlandse kant tijdens de Politionele acties in 1947 en 1948 tegen Indonesië. Mijn vader was heel koningsgezind en koos ervoor om in dienst te gaan bij het KNIL. Hij was pas zestien; hij had de geboortedatum van zijn broer overgenomen. Toen Indonesië onafhankelijk werd, vertrokken de Nederlanders uit het land en mochten de Molukse soldaten niet terugkeren naar hun eigen eiland. Ik denk dat zowel de Nederlandse en Indonesische regering waren bang dat zij, goedgetraind als ze waren, daar zouden gaan vechten voor hun eigen staat Republik Maluku Salatan (RMS). Op 25 april 1950 proclameerde dr. Soumokil namelijk de RMS. In die periode werden de KNIL-soldaten in Indonesië beschouwd als verraders, omdat ze Nederlandsgezind waren. Nederland gaf het bevel: of jullie blijven hier, met als kans dat jullie opgepakt en gefusilleerd worden, of je gaat tijdelijk mee naar Nederland. Daar kozen de meesten voor.
“Eenmaal in Nederland wordt mijn vader, net als alle andere Molukse soldaten, ontslagen uit het leger door de koningin voor wie hij had gevochten. Uiteindelijk kwam hij in Nuis terecht. Mijn moeder in voormalig concentratiekamp Schattenberg. Natuurlijk is mijn vader – en zijn hele generatie – enorm teleurgesteld, boos. In zijn ogen zag ik onmacht over de situatie. Ik kan me heel goed voorstellen dat mijn vader dacht: ik wil niets meer met die Nederlanders te maken hebben, ze zijn niet te vertrouwen. Ik denk dat zijn onvoorwaardelijke liefde voor mijn moeder hem op de been heeft gehouden. Hij heeft ontzettend veel moeite moeten doen om haar te versieren! Ze zijn stiekem getrouwd omdat mijn opa en oma erop tegen waren.
“Rond maart 2021 zag ik dat er een bevrijdingsfestival zou worden georganiseerd in Groningen. Dat riep bij mij wel de vraag op: wat is vrijheid voor mij en mijn volk? Want wij worden nog steeds onderdrukt, ook op Ambon. Dus toen heb ik de directeur Ebel-Jan van Dijk gevraagd of hij zou willen overwegen om mij mijn verhaal te laten vertellen over wat vrijheid betekent voor de Molukker. Dat kon, en samen met Roger Goudsmit en vele anderen hebben we een prachtige productie samengesteld. Buka Jalan, de naam die dat uiteindelijk kreeg, betekent ‘open de weg’. Door de jaren heen heb ik geleerd dat de vrijheid waarnaar je zogenaamd op zoek bent, allang in jezelf zit. Je hebt geen erkenning nodig van de ander om je eigen waarde te kennen. Je vrij te voelen. De ruimte daarvoor ontstaat door begrip: vanuit begrip sta ik eerder open voor de ander. Met Buka Jalan wilde ik een bres slaan naar opening en begrip; ik wilde aanstippen waarom we hier zijn, respect tonen naar onze ouders, een ode brengen aan onze moeders en een hart onder de riem steken naar onze kinderen. Juist dit verhaal delen en zichtbaarheid ervoor claimen: van daaruit kunnen we een samenleving creëren waarin we openstaan voor elkaar.”
Tekst: Ruby de Vos
BELUISTER HIER HET GEDICHT VAN MYRON HAMMING
BELUISTER HIER HET GEDICHT VAN MYRON HAMMING
we hebben nooit met hem gevoetbald wel renden we
wanneer hij floot als mama het eten
bijna klaar had
soms te laat
soms veel te laat
als je slim was
hoorde je nooit het derde fluitje
gaf je hem geen reden
zijn vingers naar de mond te brengen geen reden om zijn gezicht
te laten verschijnen op ‘t pleintje
jaren later
stuit ik slechts op een magere herinnering hij was er wel en leert me nu
soms vind je meer betekenis
in iemands aanwezigheid
dan in zijn daden
maar dit gezin
deze familie was dankbaar
kende de kunst van liefdevol vergeven
van een man die in zijn dagen
enkel strijd kende
geweren en munitie
verlies en nederlaag kende
al zocht hij
en vocht hij jarenlang
hij vond geen Oranje in de vlag
waarmee hij zijn hart omwikkelde in de vijftiger jaren
nog jong, nog week en pril
aangekomen om te verblijven
te overbruggen en enkel
te overnachten in tijdelijkheid vermomd
te noemen zonder enig schroom
een bedrog zonder uitzicht
een zogenaamd dichterbij komen
om tijd te doden en te arriveren
in een leven dat nooit
onze keuze was
aangekomen
maar met de trots
die werd opgebouwd op gronden
van ons beloofde land
ontnomen
een geschiedenis
werd het zwijgen opgelegd
voor wie vocht, ligt hier geen glorie voor wie vocht, klinken de verhalen maar wie
luistert nog
naar verhalen als tegengeluid
van opgedrongen boeken
buka jalan, open de weg
merdeka, laat je keel barsten bij het spreken van dit woord
vrijheid
belofte
misleiding
bedrog
een nieuw thuis
hoe vecht je voor eigen rechten op andermans bodem
hoe recht een volk
zijn rug
staat hij stevig
als ooit tevoren
als het vechten moet
tegen een vlag waarvoor
al zoveel geleden is
hoe houd je grip
op je eigen historie
als je leeft onder vreemde luchten
hoe weet je dan
of je moet strijden
verlies moet accepteren
of rennen moet
als er niemand is
die fluit
DichtLicht
DichtLicht van Lambert Kamps (1974) is een installatie die met verlichtingsbuizen woorden “schrijft”. De lampen schuiven langzaam in en uit gesloten kokers. Op deze manier worden woorden uit de gedichten van Myron Hamming verbeeld. Lambert Kamps is kunstenaar en ontwerper te Groningen. Hij studeerde mode en design voordat hij in 1994 aan de kunstacademie in Groningen ging studeren. Zijn werk presenteert hij in galeries, op beurzen en tijdens plaatsgebonden evenementen. Het werk bevindt zich op het grensvlak van kunst, architectuur en design.
DichtLicht op het verleden is de eerste publieke uiting van een vooronderzoek naar hoe met beeldende kunst de gedeelde geschiedenis van ons slavernijverleden zichtbaar kan worden gemaakt in de openbare ruimte. Het onderzoek richt zich specifiek op een nog op te richten monument ter herdenking van het Trans-Atlantische en Aziatische slavernijverleden van Groningen, op een betekenisvolle plek in de openbare ruimte. Kunstpunt voert dit onderzoek uit in opdracht van de gemeente Groningen en in samenwerking met stichting Noaberschap en andere betrokken organisaties en personen. Kunstpunt en Lambert Kamps hebben het kunstproject DichtLicht op het verleden ontwikkeld om bij te dragen aan het collectieve bewustzijn met betrekking tot dit onderwerp.
Met deze nieuwe expositie neemt Kunstpunt het stokje over van de stichting Tschumipaviljoen en curator Marinus de Vries, die het paviljoen beheerden sinds 1995.
DichtLicht op het verleden sluit aan bij de culturele manifestatie Bitterzoet Erfgoed. Musea, erfgoedinstellingen, culturele en educatieve organisaties uit stad en provincie Groningen besteden van 18 februari tot 12 september 2022 aandacht aan het slavernijverleden in Groningen en de doorwerking hiervan op het heden.