De monumentale trap van kunstenaar Jan van der Zee krijgt een nieuwe plek aan het Reitdiep. Na jarenlang de entree van de Naberpassage aan de Grote Markt (en eetcafé Boven Jan) te hebben gesierd, werd de trap in 2013 verwijderd vanwege de vernieuwing van de oostwand van de Grote Markt. Sindsdien lag het in een opslag, totdat Geveke-directeur Harry Leggedoor een bericht las in het Dagblad van het Noorden.
De gemeente Groningen en Kunstpunt Groningen hebben in de loop der jaren verschillende mogelijke locaties onderzocht om de trap te herplaatsen, maar er kwam geen enkele geschikte plek voorbij. Toen Leggedoor in december 2016 in de krant las dat de gemeente een herbestemmingsplek voor het betonnen kunstwerk zocht, stelde hij voor de trap te plaatsen bij zijn bouwproject ‘Crossroads’ op het voormalige ACM-terrein langs het Reitdiep. Bouwbedrijf Geveke ging op deze plek een nieuw appartementencomplex bouwen.
Nieuwe locatie
De gemeente en de erven Van der Zee gingen akkoord en zo krijgt de trapdecoratie van Jan van der Zee een prominente plek aan fietspad Donghornsterpad, gelegen tussen de Friesestraatweg ter hoogte van het spoor en de historische ACM-fietsbrug. Architect Jakob van Ringen heeft samen met constructeurs van Geveke lopen puzzelen om deze mooi te integreren.
De trap, die bestaat uit losse onderdelen, is deze week op de nieuwe locatie geplaatst. Ook de zijpanelen komen deels terug. De komende maanden volgt de afwerking. In het voorjaar van 2023 wordt het kunstwerk officieel onthuld.
Over de trap
Ploegkunstenaar Jan van der Zee (1898-1988) maakte het ontwerp van de trap op verzoek van het architectenbureau Klein in Groningen, dat ook de hele Naberpassage ontwierp. De kunstenaar maakte een aantal elementen waarin verschillende abstract-geometrische vormen elkaar afwisselen. De tien afzonderlijke delen plaatste hij vervolgens achter elkaar. Door de herhaling van de vormen ontstaat een ritmisch geheel. De openingen in de trapdecoratie geven het massieve reliëf wat ‘lucht’.
De werkwijze van Jan van der Zee is bijzonder te noemen. Ten eerste tekende hij het ontwerp op ware grootte. Daarna maakte hij voor de losse delen mallen van piepschuim, die hij verstevigde met een bekisting van hout. Vervolgens werd het beton in de vormen gegoten.