Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Kunst kijken

Dit wist je nog niet over de architectuur van het Groninger Museum

Door: Michiel Teeuw, 25 oktober 2019

Vijfentwintig jaar geleden voltooide de bouw van het huidige Groninger Museum, ontworpen door Alessandro Mendini. Wat toen als een schokkend ontwerp werd gezien, is inmiddels iconisch geworden. Ik neem je mee door het utopia dat Mendini heeft neergezet en vertel over de ideeën erachter.

Buiten

Je komt aanlopen vanaf het station. Een grote blauwe boog groet je: het eigenlijke begin van het museum. Vanaf daar start de brug, die het kanaal oversteekt. De brug verbindt de binnenstad met het station. Het is echter ook de enige toegang tot het museum. Op het midden van de brug staat de bekende ‘totem’-sculptuur. Deze is niet alleen vrolijk en decoratief; je kunt er ook aan zitten en de vormen creëren een plattegrond van het museum. Is dit een kunstwerk of een gebruiksvoorwerp? Mendini zegt er het volgende over: "Ik ben een ontwerper die de werkwijzen die kenmerkend zijn voor een kunstenaar toepast op architectuur en design, en omgekeerd ben ik een schilder die de werkwijzen die kenmerkend zijn voor een ontwerper gebruikt om te schilderen. In mijn werk combineer ik deze en andere disciplines (...), waartussen ik niet de geringste scheidslijn ervaar maar juist enorm veel bewegingsruimte."

Een oudere schets voor het Groninger Museum

De wenteltrap en de Mendini-zalen

Vanaf de brug doemt de grote gouden toren op, met helemaal onderaan een in mozaïek omlijste opening. Eenmaal binnen zie je hetzelfde mozaïek – een echt handelsmerk van Mendini – op de wenteltrap. Om de kunstwerken te zien zul je eerst deze trap moeten afdalen. Hiermee zet Mendini de traditionele ideeën van kunst letterlijk op zijn kop: waar eerder sterk het idee heerste dat kunst verheven staat boven het normale leven, vindt Mendini het juist een essentieel onderdeel van het leven. 

Als je beneden aan de trap links afslaat, sta je bij de entree van de westzijde van het museum. De zalen in dit gedeelte zijn ontworpen door Mendini en geïnspireerd op het Altes Museum door Karl Friedrich Schinkel en traditionele Romeinse villa’s, waar de verschillende kamers gedeeltelijk zichtbaar zijn vanaf de ingang. Dit geeft een soort sneak preview van wat hierna komt. Zo – dachten Mendini en toenmalig directeur Frans Haks – wordt de spanning erin gehouden voor de bezoeker.

Onder: indeling van een Italiaanse villa met 'doorkijkjes'

Nadat je door de ‘gewone zalen’ bent geweest, kom je uit op de eerste bijdrage van een ‘gast-architect’. Mendini heeft het gebouw namelijk niet in zijn eentje ontworpen, maar daarbij de hulp gevraagd van internationaal bekende architecten, die elk hun invulling gaven aan een paviljoen. Dit soort samenwerking is typerend voor Mendini’s manier van werken, die hij zelf vergelijkt met het dirigeren van een orkest: "Ik geloof niet dat ik zo gierig ben om te denken dat alleen wat ik maak, ertoe doet. Er is tegenwoordig niet één beeldtaal die wint. Dat zie je ook aan de manier waarop ik werk. Ik werk goed en graag samen met anderen. (...) Die spanning, bij projecten niet het laatste woord hebben, dat vind ik fijn."​

Onder: het Groninger Museum met het paviljoen van Frank Stella

Het Coop Himmelb(l)au paviljoen

Het Coop Himmelb(l)au paviljoen is ontworpen door Wolf Prix en Helmut Swiczinsky en valt het meest uit de toon in vergelijking met de andere paviljoens. Zo is dit een van de weinige kunstruimtes in het gebouw waar je naar buiten kan kijken en waar niet veel muren zijn. Wist je dat de eerste schetsen voor dit paviljoen door Frank Stella zijn gemaakt? Zijn idee was echter niet veilig genoeg en kwam te vervallen. Het Coop Himmelb(l)au paviljoen is gemaakt uit beton en staal van een scheepswerf, en is ontstaan vanuit automatische tekeningen: de eerste schetsen voor dit paviljoen zijn gemaakt met gesloten ogen. 

De Lucchi-paviljoen

Na een flink stuk lopen, kom je uit bij de andere kant van het gebouw. Hier wordt de vaste collectie tentoongesteld in paviljoens van De Lucchi en Starck. De Lucchi heeft een soort fort uitgebeeld, gemaakt van baksteen en gedecoreerd met twee stenen leeuwen uit Farmsum. Dit paviljoen bevatte eerst de cultuurgeschiedenis van Groningen en was ingericht met grote, houten kubussen. Tegenwoordig, na een overstroming, is hier een conventionelere inrichting en zie je er de hoogtepunten van de eigen collectie van het museum.

Onder: hoe een zaal van het De Lucchi-paviljoen er eerst uitzag

Onder: De Lucchi-paviljoen

Starck-paviljoen

Na een paar trapjes op en af te gaan, kom je uit bij het Starck-paviljoen. Deze herbergt de kunstnijverheid en voelt open en hemelachtig aan. In tegenstelling tot de andere paviljoens bevat deze een labyrint-achtige indeling, waar je doorheen dwaalt en nooit zeker weet of je écht alles hebt gezien. De vormgeving is geïnspireerd door het pottenbakkerswiel, de vaas en craquelé-achtige scheuren: typische beelden van de nijverheid.

Nadat je de vele andere zalen hebt bezocht, stap je weer naar buiten. De buitenlucht voelt vers aan, en je ziet weer daglicht. Dit gebouw is meer dan een museum. Sommigen noemen het een kerk, anderen noemen het abstracte troep. Wat vindt creatieve duizendpoot Mendini zelf? Die noemt zijn objecten romanpersonages: "Een object is nooit alleen maar een hulpmiddel. De energie die het uitdrukt, is een verhaal en een lotsbestemming die de zwijgende vormen van dingen een literaire identiteit geeft. Ik probeer altijd uitdrukking te geven aan deze narratieve betekenis, deze paradox, alsof elk voorwerp, samen met de gebruikers ervan, een romanpersonage is." 

Onder: Alessandro Mendini

Bronnen: Groninger Museum College door Steven Kolsteren en de publicatie Mondo Mendini - de wereld van Alessandro Mendini, dat te koop is in de museumwinkel.

Het Groninger Museum-gebouw bestaat 25 jaar, wat wordt gevierd met allerlei activiteiten in het weekend van 26 en 27 oktober. Meer info vind je op https://www.groningermuseum.nl/25 

De expositie Mondo Mendini is tot 5 mei 2020 te bzoeken in het Groninger Museum.