1. Doe compleet het tegenovergestelde
Aan het begin van zijn carrière was Aarsman fotojournalist voor het dagblad Trouw. Hij vertelt ons: “Er zijn bepaalde dingen die eigenlijk niet kunnen bij persfotografie. Een flits gebruiken als er mensen aanwezig zijn, bijvoorbeeld. Daar hoor je ze niet mee lastig te vallen.” Hij laat een foto zien die hij zelf heeft gemaakt bij de opening van het Holland Festival een aantal jaar terug. En jawel hoor, wat zien we daar? De voormalige koningin die net haar entree maakt en daarbij een volle lading kunstlicht op haar bakkes krijgt. De hoek waarin de foto genomen is, is ook alles behalve naturel. Het lijkt alsof Aarsman zich schuin voor Bea op zijn knieën bevond. Fotograferen vanuit de losse pols, met de ogen dicht en dus tevens vanuit absurde hoeken en met de flitser aan: Hans Aarsman deed het allemaal. De krant vond het ‘raar’ en uiteindelijk is Aarsman er zelf ook mee gestopt: "Je had heel erg het gevoel dat er een fotograaf bezig is. Ik kreeg daar óók weer genoeg. Dat is een beetje mijn levensverhaal."
2. Neem een (al dan niet bewuste) sabbatical
"De verkering was uit. Mijn huis werd gesloopt.” Ja, wat doe je dan? Door Nederland rondtrekken in een kampeerauto. Maar dan wel met een camera op zak zodat je flink veel foto’s kan maken. Van landschappen dit keer, zo vanaf het dak van je auto. Helaas werden deze toch ook wel weer erg schilderachtig, vertelt Aarsman. Op het Caspar David Friedrich-achtige af zelfs: romantische tafereeltjes van de woeste natuur.
3. Houd er (even) helemaal mee op
Sla een compleet andere richting in, treed buiten je vakgebied. "Ik ben een roman gaan schrijven. Dat was eens maar ook nooit meer. Later nog een toneelstuk.” Ook ‘stortte’ hij zich op Sherlock Holmes-boeken. Op deze manier kom je misschien in aanraking met nieuwe onderwerpen die kunnen gelden als inspiratiebron. Of misschien met mensen die iets voor je kunnen betekenen (al dan niet fictief).
4. Denk als Sherlock Holmes
Aarsman: "Ik dacht, dat is dat hele duffe gedoe met een man met een pijp in z’n mond, een vergrootglas en een raar petje op z’n hoofd. […] Maar je moet de boeken voor de lol eens lezen, het swingt gewoon. De achterliggende gedachte is: als je maar goed kijkt en goed nadenkt, dan weet je hoe het zit in de wereld. Dat is niet zo, maar dat gevoel is zo heerlijk hè. Toen dacht ik, stel nou dat ik die methode van Sherlock loslaat op fotografie? Ik ga niet meer kijken naar hoe iets gefotografeerd is, maar ik kijk gewoon naar wat erop een foto staat. Revolutionaire gedachte! Dus niet als mensen die van fotografie houden, maar meer als wetenschapper: foto’s als een verzameling feiten bekijken." Aarsman past deze methode toe in zijn wekelijkse serie in de Volkskrant, waar hij (dus bijna letterlijk) een nieuwsfoto onder de loep neemt. Dit is natuurlijk ook toepasbaar op andere creatieve uitingen.
5. Raak geïnspireerd door mensen met een bijzondere kijk
Aarsman organiseert jaarlijkse een fotoverkiezing voor fotografen 'die niet weten dat hij zij fotograaf zijn'. De eervolle winnaar kan dan pronken met een echte Kleine Hans in zijn of haar prijzenkast. Een greep uit de lijst van winnaars: Mr. Lee, een kat die een camera om zijn nek had en elke minuut een foto maakte, en recent thuiszorger Peter Hermandines. We bekijken zijn foto’s: foto’s van katten onder een auto en foto’s van onder andere een hele collectie koekjes en gebakjes op mooie schaaltjes. Allemaal recht van boven gefotografeerd en een typerende achtergrond duidelijk zichtbaar: Perzische kleedjes ten overvloede. Het zijn lekkernijen die Hermandines bij de koffie kreeg van zijn dankbare patiënten. De foto’s hebben iets oprechts en puurs, zonder pretenties. Typisch Aarsman dus. Houd zelf ook vooral je ogen open en je blik scherp zodat jij wordt geïnspireerd door mensen met een bijzondere kijk.
6. Leg verzamelingen aan
Hoe meer, hoe beter! Zo ga je vanzelf overeenkomsten zien en verbanden leggen. En ook krijg je dan misschien een heel duidelijk beeld van wat er allemaal al is gedaan, en hoe jij het juist niét wilt aanpakken. Aarsman laat een aantal kiekjes zien van fenomenen die ons allemaal wel bekend voorkomen: politici op pers-events, toeristen die klassieke fotomomentjes pakken (zoals het omduwen van de Toren van Pisa... Oei. Guilty!). Hoe meer foto’s achter elkaar je ziet, hoe meer gelijkenissen je treft.